Niederländisch
Detailed Synonyms for gewoon in Niederländisch
gewoon:
-
gewoon
gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal-
gebruikelijk Adjektiv
-
gangbaar Adjektiv
-
gewoon Adjektiv
-
gemeen Adjektiv
-
normaal Adjektiv
-
-
gewoon
gebruikelijk; courant; gangbaar; gewoon-
gebruikelijk Adjektiv
-
courant Adjektiv
-
gangbaar Adjektiv
-
gewoon Adjektiv
-
-
gewoon
-
gewoon
-
gewoon
ordinair; alledaags; gewoon; niets bijzonders; eenvoudig-
ordinair Adjektiv
-
alledaags Adjektiv
-
gewoon Adjektiv
-
niets bijzonders Adjektiv
-
eenvoudig Adjektiv
-
-
gewoon
– wat veel voorkomt of gebruikt wordt 1 -
gewoon
– nou eenmaal 1