Niederländisch
Detailed Synonyms for herplaatsen in Niederländisch
herplaatsen:
-
herplaatsen
Konjugationen für herplaatsen:
o.t.t.
- herplaats
- herplaatst
- herplaatst
- herplaatsen
- herplaatsen
- herplaatsen
o.v.t.
- herplaatste
- herplaatste
- herplaatste
- herplaatsten
- herplaatsten
- herplaatsten
v.t.t.
- heb herplaatst
- hebt herplaatst
- heeft herplaatst
- hebben herplaatst
- hebben herplaatst
- hebben herplaatst
v.v.t.
- had herplaatst
- had herplaatst
- had herplaatst
- hadden herplaatst
- hadden herplaatst
- hadden herplaatst
o.t.t.t.
- zal herplaatsen
- zult herplaatsen
- zal herplaatsen
- zullen herplaatsen
- zullen herplaatsen
- zullen herplaatsen
o.v.t.t.
- zou herplaatsen
- zou herplaatsen
- zou herplaatsen
- zouden herplaatsen
- zouden herplaatsen
- zouden herplaatsen
en verder
- is herplaatst
- zijn herplaatst
diversen
- herplaats!
- herplaatst!
- herplaatst
- herplaatsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze