Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. hertrouw:
  2. hertrouwen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for hertrouw in Niederländisch

hertrouw:

hertrouw [de ~ (m)] Nomen

  1. de hertrouw
    de hertrouw

Verwandte Wörter für "hertrouw":


hertrouw form of hertrouwen:

hertrouwen Verb (hertrouw, hertrouwt, hertrouwde, hertrouwden, hertrouwd)

  1. hertrouwen
    hertrouwen
    • hertrouwen Verb (hertrouw, hertrouwt, hertrouwde, hertrouwden, hertrouwd)

Konjugationen für hertrouwen:

o.t.t.
  1. hertrouw
  2. hertrouwt
  3. hertrouwt
  4. hertrouwen
  5. hertrouwen
  6. hertrouwen
o.v.t.
  1. hertrouwde
  2. hertrouwde
  3. hertrouwde
  4. hertrouwden
  5. hertrouwden
  6. hertrouwden
v.t.t.
  1. ben hertrouwd
  2. bent hertrouwd
  3. is hertrouwd
  4. zijn hertrouwd
  5. zijn hertrouwd
  6. zijn hertrouwd
v.v.t.
  1. was hertrouwd
  2. was hertrouwd
  3. was hertrouwd
  4. waren hertrouwd
  5. waren hertrouwd
  6. waren hertrouwd
o.t.t.t.
  1. zal hertrouwen
  2. zult hertrouwen
  3. zal hertrouwen
  4. zullen hertrouwen
  5. zullen hertrouwen
  6. zullen hertrouwen
o.v.t.t.
  1. zou hertrouwen
  2. zou hertrouwen
  3. zou hertrouwen
  4. zouden hertrouwen
  5. zouden hertrouwen
  6. zouden hertrouwen
diversen
  1. hertrouw!
  2. hertrouwt!
  3. hertrouwd
  4. hertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "hertrouwen":