Niederländisch
Detailed Synonyms for houden in Niederländisch
houden:
-
houden
-
houden
– zorgen dat het blijft 1 -
houden
– iets of iemand lief of mooi vinden 1 -
houden
– fokken en verzorgen 1 -
houden
– het nakomen, het doen 1 -
houden
– het verdragen 1 -
houden
– iets of iemand vasthouden 1 -
houden
– vast blijven zitten 1
Konjugationen für houden:
o.t.t.
- houd
- houdt
- houdt
- houden
- houden
- houden
o.v.t.
- hield
- hield
- hield
- hielden
- hielden
- hielden
v.t.t.
- heb gehouden
- hebt gehouden
- heeft gehouden
- hebben gehouden
- hebben gehouden
- hebben gehouden
v.v.t.
- had gehouden
- had gehouden
- had gehouden
- hadden gehouden
- hadden gehouden
- hadden gehouden
o.t.t.t.
- zal houden
- zult houden
- zal houden
- zullen houden
- zullen houden
- zullen houden
o.v.t.t.
- zou houden
- zou houden
- zou houden
- zouden houden
- zouden houden
- zouden houden
diversen
- houd!
- houdt!
- gehouden
- houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
houden