Niederländisch
Detailed Synonyms for klets in Niederländisch
klets:
-
de klets
-
de klets
-
de klets
Verwandte Wörter für "klets":
kletsen:
-
kletsen
-
kletsen
-
kletsen
raaskallen; kletsen; onzin verkopen; ijlen; wartaal spreken; onzin uitkramen-
onzin verkopen Verb (verkoop onzin, verkoopt onzin, verkocht onzin, verkochten onzin, onzin verkocht)
-
wartaal spreken Verb
-
onzin uitkramen Verb
-
kletsen
-
kletsen
– een geheim doorvertellen 1 -
kletsen
– praten 1 -
kletsen
– onzin praten 1
Konjugationen für kletsen:
o.t.t.
- klets
- kletst
- kletst
- kletsen
- kletsen
- kletsen
o.v.t.
- kletste
- kletste
- kletste
- kletsten
- kletsten
- kletsten
v.t.t.
- heb gekletst
- hebt gekletst
- heeft gekletst
- hebben gekletst
- hebben gekletst
- hebben gekletst
v.v.t.
- had gekletst
- had gekletst
- had gekletst
- hadden gekletst
- hadden gekletst
- hadden gekletst
o.t.t.t.
- zal kletsen
- zult kletsen
- zal kletsen
- zullen kletsen
- zullen kletsen
- zullen kletsen
o.v.t.t.
- zou kletsen
- zou kletsen
- zou kletsen
- zouden kletsen
- zouden kletsen
- zouden kletsen
diversen
- klets!
- kletst!
- gekletst
- kletsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze