Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for onverwacht in Niederländisch

onverwacht:

onverwacht Adjektiv

  1. onverwacht
  2. onverwacht
  3. onverwacht
  4. onverwacht
    – snel, terwijl het niet verwacht werd 1
    plotseling; onverwacht; opeens; ineens
    – snel, terwijl het niet verwacht werd 1
    • plotseling Adjektiv
      • plotseling stond er een inbreker in de kamer1
    • onverwacht Adjektiv
      • onverwacht stond hij voor mijn neus1
    • opeens adv
      • opeens ging de telefoon1
    • ineens adv
      • ineens stond hij voor ons1

Verwandte Wörter für "onverwacht":

  • onverwachtheid, onverwachte

Alternate Synonyms for "onverwacht":


Antonyme für "onverwacht":


Verwandte Definitionen für "onverwacht":

  1. snel, terwijl het niet verwacht werd1
    • onverwacht stond hij voor mijn neus1