Niederländisch
Detailed Synonyms for opeisen in Niederländisch
opeisen:
-
opeisen
Konjugationen für opeisen:
o.t.t.
- eis op
- eist op
- eist op
- eisen op
- eisen op
- eisen op
o.v.t.
- eiste op
- eiste op
- eiste op
- eisten op
- eisten op
- eisten op
v.t.t.
- heb opgeeist
- hebt opgeeist
- heeft opgeeist
- hebben opgeeist
- hebben opgeeist
- hebben opgeeist
v.v.t.
- had opgeeist
- had opgeeist
- had opgeeist
- hadden opgeeist
- hadden opgeeist
- hadden opgeeist
o.t.t.t.
- zal opeisen
- zult opeisen
- zal opeisen
- zullen opeisen
- zullen opeisen
- zullen opeisen
o.v.t.t.
- zou opeisen
- zou opeisen
- zou opeisen
- zouden opeisen
- zouden opeisen
- zouden opeisen
en verder
- ben opgeeist
- bent opgeeist
- is opgeeist
- zijn opgeeist
- zijn opgeeist
- zijn opgeeist
diversen
- eis op!
- eist op!
- opgeeist
- opeisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze