Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze terugrijden

Synonyms for "terugrijden" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. terugrijden:

Niederländisch

Detailed Synonyms for terugrijden in Niederländisch

terugrijden:

terugrijden Verb (rijd terug, rijdt terug, reed terug, reden terug, teruggereden)

  1. terugrijden
    terugrijden; terugreizen
    • terugrijden Verb (rijd terug, rijdt terug, reed terug, reden terug, teruggereden)
    • terugreizen Verb (reis terug, reist terug, reiste terug, reisten terug, teruggereist)

Konjugationen für terugrijden:

o.t.t.
  1. rijd terug
  2. rijdt terug
  3. rijdt terug
  4. rijden terug
  5. rijden terug
  6. rijden terug
o.v.t.
  1. reed terug
  2. reed terug
  3. reed terug
  4. reden terug
  5. reden terug
  6. reden terug
v.t.t.
  1. heb teruggereden
  2. hebt teruggereden
  3. heeft teruggereden
  4. hebben teruggereden
  5. hebben teruggereden
  6. hebben teruggereden
v.v.t.
  1. had teruggereden
  2. had teruggereden
  3. had teruggereden
  4. hadden teruggereden
  5. hadden teruggereden
  6. hadden teruggereden
o.t.t.t.
  1. zal terugrijden
  2. zult terugrijden
  3. zal terugrijden
  4. zullen terugrijden
  5. zullen terugrijden
  6. zullen terugrijden
o.v.t.t.
  1. zou terugrijden
  2. zou terugrijden
  3. zou terugrijden
  4. zouden terugrijden
  5. zouden terugrijden
  6. zouden terugrijden
en verder
  1. ben teruggereden
  2. bent teruggereden
  3. is teruggereden
  4. zijn teruggereden
  5. zijn teruggereden
  6. zijn teruggereden
diversen
  1. rijd terug!
  2. rijdt terug!
  5. teruggereden
  6. terugrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0134 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden