Niederländisch
Detailed Synonyms for veronderstellen in Niederländisch
veronderstellen:
-
veronderstellen
Konjugationen für veronderstellen:
o.t.t.
- veronderstel
- veronderstelt
- veronderstelt
- veronderstellen
- veronderstellen
- veronderstellen
o.v.t.
- veronderstelde
- veronderstelde
- veronderstelde
- veronderstelden
- veronderstelden
- veronderstelden
v.t.t.
- heb verondersteld
- hebt verondersteld
- heeft verondersteld
- hebben verondersteld
- hebben verondersteld
- hebben verondersteld
v.v.t.
- had verondersteld
- had verondersteld
- had verondersteld
- hadden verondersteld
- hadden verondersteld
- hadden verondersteld
o.t.t.t.
- zal veronderstellen
- zult veronderstellen
- zal veronderstellen
- zullen veronderstellen
- zullen veronderstellen
- zullen veronderstellen
o.v.t.t.
- zou veronderstellen
- zou veronderstellen
- zou veronderstellen
- zouden veronderstellen
- zouden veronderstellen
- zouden veronderstellen
diversen
- veronderstel!
- veronderstelt!
- verondersteld
- veronderstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
veronderstellen