Niederländisch
Detailübersetzungen für terugnemen (Niederländisch) ins Schwedisch
terugnemen:
-
terugnemen (herroepen; terugkomen op; intrekken)
Konjugationen für terugnemen:
o.t.t.
- neem terug
- neemt terug
- neemt terug
- nemen terug
- nemen terug
- nemen terug
o.v.t.
- nam terug
- nam terug
- nam terug
- namen terug
- namen terug
- namen terug
v.t.t.
- heb teruggenomen
- hebt teruggenomen
- heeft teruggenomen
- hebben teruggenomen
- hebben teruggenomen
- hebben teruggenomen
v.v.t.
- had teruggenomen
- had teruggenomen
- had teruggenomen
- hadden teruggenomen
- hadden teruggenomen
- hadden teruggenomen
o.t.t.t.
- zal terugnemen
- zult terugnemen
- zal terugnemen
- zullen terugnemen
- zullen terugnemen
- zullen terugnemen
o.v.t.t.
- zou terugnemen
- zou terugnemen
- zou terugnemen
- zouden terugnemen
- zouden terugnemen
- zouden terugnemen
en verder
- ben teruggenomen
- bent teruggenomen
- is teruggenomen
- zijn teruggenomen
- zijn teruggenomen
- zijn teruggenomen
diversen
- neem terug!
- neemt terug!
- teruggenomen
- terugnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für terugnemen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
höjande | herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
återkalla | herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen | delgen; herroepen; intrekken; tenietdoen; terughalen; terugkomen op; terugroepen; vernietigen; zijn woorden terugnemen |
Wiktionary Übersetzungen für terugnemen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• terugnemen | → överlämna | ↔ abandon — to relinquish a claim to property |
• terugnemen | → avskaffa; upphäva | ↔ abroger — Rendre nul. principalement en parlant de lois, de coutumes |
• terugnemen | → arbeställa; annullera | ↔ annuler — rendre nul. |
• terugnemen | → arbeställa; utplåna | ↔ supprimer — Traductions à trier suivant le sens |