Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. aangezicht:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aangezicht (Niederländisch) ins Schwedisch

aangezicht:

aangezicht [het ~] Nomen

  1. het aangezicht (gezicht; gelaat)
    ansikte; anseende; utseende; anlete
  2. het aangezicht (voorzijde; voorkant; front)
    framsida
  3. het aangezicht (uiterlijk; verschijning; voorkomen; )

Übersetzung Matrix für aangezicht:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anlete aangezicht; gelaat; gezicht
anseende aangezicht; gelaat; gezicht aanzien; achtbaarheid; achting; faam; naam; niveau; prestige; reputatie; roep; status
ansikte aangezicht; gelaat; gezicht facie; gevel; pui; voorgevel; voorzijde
framsida aangezicht; front; voorkant; voorzijde front; gevelbreedte; vooraanzicht; voorkanten
framträdande aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanblik; comparatie; indringerigheid; verschijning; verschijningsvorm
utseende aangezicht; gelaat; gezicht
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framträdande invloedrijk; vooraanstaand

Wiktionary Übersetzungen für aangezicht:


Cross Translation:
FromToVia
aangezicht anlete; ansikte; nuna; fjäs face — part of head
aangezicht anlete; ansikte; min visage — Face humaine