Niederländisch
Detailübersetzungen für aaneenlassen (Niederländisch) ins Schwedisch
aaneenlassen:
-
aaneenlassen (lassen)
Konjugationen für aaneenlassen:
o.t.t.
- las aaneen
- last aaneen
- last aaneen
- lassen aaneen
- lassen aaneen
- lassen aaneen
o.v.t.
- laste aaneen
- laste aaneen
- laste aaneen
- lasten aaneen
- lasten aaneen
- lasten aaneen
v.t.t.
- heb aaneengelast
- hebt aaneengelast
- heeft aaneengelast
- hebben aaneengelast
- hebben aaneengelast
- hebben aaneengelast
v.v.t.
- had aaneengelast
- had aaneengelast
- had aaneengelast
- hadden aaneengelast
- hadden aaneengelast
- hadden aaneengelast
o.t.t.t.
- zal aaneenlassen
- zult aaneenlassen
- zal aaneenlassen
- zullen aaneenlassen
- zullen aaneenlassen
- zullen aaneenlassen
o.v.t.t.
- zou aaneenlassen
- zou aaneenlassen
- zou aaneenlassen
- zouden aaneenlassen
- zouden aaneenlassen
- zouden aaneenlassen
diversen
- las aaneen!
- last aaneen!
- aaneengelast
- aaneenlassende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für aaneenlassen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
svetsa ihop | aaneenlassen; lassen | lassen |
svetsa samman | aaneenlassen; lassen |