Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bakzeil halen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bakzeil halen (Niederländisch) ins Schwedisch

bakzeil halen:

bakzeil halen Verb (haal bakzeil, haalt bakzeil, haalde bakzeil, haalden bakzeil, bakzeil gehaald)

  1. bakzeil halen
    hissa segel
    • hissa segel Verb (hissar segel, hissade segel, hissat segel)

Konjugationen für bakzeil halen:

o.t.t.
  1. haal bakzeil
  2. haalt bakzeil
  3. haalt bakzeil
  4. halen bakzeil
  5. halen bakzeil
  6. halen bakzeil
o.v.t.
  1. haalde bakzeil
  2. haalde bakzeil
  3. haalde bakzeil
  4. haalden bakzeil
  5. haalden bakzeil
  6. haalden bakzeil
v.t.t.
  1. heb bakzeil gehaald
  2. hebt bakzeil gehaald
  3. heeft bakzeil gehaald
  4. hebben bakzeil gehaald
  5. hebben bakzeil gehaald
  6. hebben bakzeil gehaald
v.v.t.
  1. had bakzeil gehaald
  2. had bakzeil gehaald
  3. had bakzeil gehaald
  4. hadden bakzeil gehaald
  5. hadden bakzeil gehaald
  6. hadden bakzeil gehaald
o.t.t.t.
  1. zal bakzeil halen
  2. zult bakzeil halen
  3. zal bakzeil halen
  4. zullen bakzeil halen
  5. zullen bakzeil halen
  6. zullen bakzeil halen
o.v.t.t.
  1. zou bakzeil halen
  2. zou bakzeil halen
  3. zou bakzeil halen
  4. zouden bakzeil halen
  5. zouden bakzeil halen
  6. zouden bakzeil halen
diversen
  1. haal bakzeil!
  2. haalt bakzeil!
  3. bakzeil gehaald
  4. bakzeil halende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bakzeil halen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hissa segel bakzeil halen afvaren; uitvaren; uitzeilen; van wal gaan

Verwandte Übersetzungen für bakzeil halen