Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. cyclus:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für cyclus (Niederländisch) ins Schwedisch

cyclus:

cyclus [de ~ (m)] Nomen

  1. de cyclus (kringloop)
  2. de cyclus (tijdkring)
    cyclus
  3. de cyclus (reeks; serie)
  4. de cyclus (reeks; serie)
    rad
    • rad [-en] Nomen
  5. de cyclus
    cykel

Übersetzung Matrix für cyclus:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cyclus cyclus; reeks; serie; tijdkring
cykel cyclus fiets; rijwiel; tweewieler
cykliskt förlopp cyclus; kringloop
förföljning cyclus; reeks; serie
kretslopp cyclus; kringloop circulatie; omloop; roulatie; rouleren
rad cyclus; reeks; serie aaneenschakeling; aaneenschakelingen; colonne; file; gelid; keten; opeenvolging; opeenvolgingen; opvolging; reeks; reeksen; regel; rij; rij manschappen; rijtje; roeitochtje; serie; series; successie; vervolgdeel

Verwandte Wörter für "cyclus":

  • cyclussen

Wiktionary Übersetzungen für cyclus:


Cross Translation:
FromToVia
cyclus cykel cycle — complete rotation
cyclus cykel cycle — process