Niederländisch
Detailübersetzungen für door elkaar gooien (Niederländisch) ins Schwedisch
door elkaar gooien:
door elkaar gooien Verb (gooi door elkaar, gooit door elkaar, gooide door elkaar, gooiden door elkaar, door elkaar gegooid)
-
door elkaar gooien
Konjugationen für door elkaar gooien:
o.t.t.
- gooi door elkaar
- gooit door elkaar
- gooit door elkaar
- gooien door elkaar
- gooien door elkaar
- gooien door elkaar
o.v.t.
- gooide door elkaar
- gooide door elkaar
- gooide door elkaar
- gooiden door elkaar
- gooiden door elkaar
- gooiden door elkaar
v.t.t.
- heb door elkaar gegooid
- hebt door elkaar gegooid
- heeft door elkaar gegooid
- hebben door elkaar gegooid
- hebben door elkaar gegooid
- hebben door elkaar gegooid
v.v.t.
- had door elkaar gegooid
- had door elkaar gegooid
- had door elkaar gegooid
- hadden door elkaar gegooid
- hadden door elkaar gegooid
- hadden door elkaar gegooid
o.t.t.t.
- zal door elkaar gooien
- zult door elkaar gooien
- zal door elkaar gooien
- zullen door elkaar gooien
- zullen door elkaar gooien
- zullen door elkaar gooien
o.v.t.t.
- zou door elkaar gooien
- zou door elkaar gooien
- zou door elkaar gooien
- zouden door elkaar gooien
- zouden door elkaar gooien
- zouden door elkaar gooien
en verder
- is door elkaar gegooid
- zijn door elkaar gegooid
diversen
- gooi door elkaar!
- gooit door elkaar!
- door elkaar gegooid
- door elkaar gooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für door elkaar gooien:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blanda | door elkaar gooien | door elkaar halen; dooreenmengen; in de war maken; mengen; mixen; roeren; vermengen; verroeren; willekeurige volgorde; ìn willekeurige volgorde weergeven |