Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für duiden op (Niederländisch) ins Schwedisch
duiden op:
-
duiden op (wijzen op)
Konjugationen für duiden op:
o.t.t.
- duid op
- duidt op
- duidt op
- duiden op
- duiden op
- duiden op
o.v.t.
- duidde op
- duidde op
- duidde op
- duidden op
- duidden op
- duidden op
v.t.t.
- heb geduid op
- hebt geduid op
- heeft geduid op
- hebben geduid op
- hebben geduid op
- hebben geduid op
v.v.t.
- had geduid op
- had geduid op
- had geduid op
- hadden geduid op
- hadden geduid op
- hadden geduid op
o.t.t.t.
- zal duiden op
- zult duiden op
- zal duiden op
- zullen duiden op
- zullen duiden op
- zullen duiden op
o.v.t.t.
- zou duiden op
- zou duiden op
- zou duiden op
- zouden duiden op
- zouden duiden op
- zouden duiden op
en verder
- ben geduid op
- bent geduid op
- is geduid op
- zijn geduid op
- zijn geduid op
- zijn geduid op
diversen
- duid op!
- duidt op!
- geduid op
- duidend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für duiden op:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
föreslå | duiden op; wijzen op | aanraden; aanvoeren; adviseren; een voorstel doen; iets aanraden; ingeven; naar voren brengen; opperen; poneren; raden; suggereren; te berde brengen; ter overweging geven; van raad dienen; voorleggen; voorslaan; voorstellen |
implicera | duiden op; wijzen op | impliceren |
indikera | duiden op; wijzen op | attenderen; wijzen; wijzen naar |
peka mot | duiden op; wijzen op | |
tala för | duiden op; wijzen op |