Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. geargumenteer:


Niederländisch

Detailübersetzungen für geargumenteer (Niederländisch) ins Schwedisch

geargumenteer:

geargumenteer [znw.] Nomen

  1. geargumenteer (geredeneer)
    gräl; dispyt

Übersetzung Matrix für geargumenteer:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dispyt geargumenteer; geredeneer aanvechten; bestrijden; betwisten; debat; dispuut; geschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
gräl geargumenteer; geredeneer aanvaringen; debat; dispuut; geschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; ruzies; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling