Niederländisch
Detailübersetzungen für gebondenheid (Niederländisch) ins Schwedisch
gebondenheid:
-
de gebondenheid (het gebonden zijn; band; binding)
-
de gebondenheid (binding; band)
Übersetzung Matrix für gebondenheid:
Verwandte Wörter für "gebondenheid":
gebonden:
-
gebonden (niet vrij)
-
gebonden
Übersetzung Matrix für gebonden:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bunden | gebonden; niet vrij | |
upptagen | gebonden; niet vrij | aangenomen; bezet; doende; druk; drukbezet; geadopteerd; onledig; opgeraapt |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bundet | gebonden; niet vrij | geboeid; onvrij; vastgebonden |
ofritt | gebonden; niet vrij | onvrij |
tvunget | gebonden; niet vrij | gedwongen; geforceerd; obligaat; obligatoir; onvrijwillig; vereist; verplicht |
upptaget | gebonden; niet vrij | aangenomen; bezet; doende; druk; drukbezet; geadopteerd; onledig; opgeraapt |