Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. genegenheid opwekkend:


Niederländisch

Detailübersetzungen für genegenheid opwekkend (Niederländisch) ins Schwedisch

genegenheid opwekkend:

genegenheid opwekkend Adjektiv

  1. genegenheid opwekkend (innemend; minzaam; charmant)

Übersetzung Matrix für genegenheid opwekkend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förbindlig charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam poeslief
förbindligt charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam bereidwillig; genoeglijk; poeslief; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend
förekommande charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam bereidwillig; dienstvaardig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend
förekommandet charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam
tillgängligt charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam beschikbaar; beschikbare; disponibel; gezellig; in de handel; in de handel verkrijgbaar; onderhoudend; sociabel; te koop; vacant; verkrijgbaar
vänlig charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam amicaal; attent; bevriend; galant; gemoedelijk; hartelijk; hoffelijk; jofel; joviaal; kameraadschappelijk; minnelijk; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
vänligt charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam aangenaam; aardig; aimabel; attent; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bevriend; charmant; collegiaal; galant; gemoedelijk; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hoffelijk; hulpvaardig; jofel; joviaal; lief; minnelijk; plezierig; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; zachtaardig
älskvärt charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aimabel; attractief; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; charmant; gracieus; knap; lief; mooi; poeslief; sierlijk

Verwandte Übersetzungen für genegenheid opwekkend