Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. herhalen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für herhalen (Niederländisch) ins Schwedisch

herhalen:

herhalen Verb (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)

  1. herhalen (nazeggen; napraten; nabouwen; echoën)
    upprepa; eka; säga efter
    • upprepa Verb (upprepar, upprepade, upprepat)
    • eka Verb (ekar, ekade, ekat)
    • säga efter Verb (säger efter, sa efter, sagt efter)
  2. herhalen (repeteren; oefenen)
    öva; repetera
    • öva Verb (övar, övade, övat)
    • repetera Verb (repeterar, repeterade, repeterat)
  3. herhalen
    loop
  4. herhalen
  5. herhalen
    upprepa
    • upprepa Verb (upprepar, upprepade, upprepat)

Konjugationen für herhalen:

o.t.t.
  1. herhaal
  2. herhaalt
  3. herhaalt
  4. herhalen
  5. herhalen
  6. herhalen
o.v.t.
  1. herhaalde
  2. herhaalde
  3. herhaalde
  4. herhaalden
  5. herhaalden
  6. herhaalden
v.t.t.
  1. heb herhaald
  2. hebt herhaald
  3. heeft herhaald
  4. hebben herhaald
  5. hebben herhaald
  6. hebben herhaald
v.v.t.
  1. had herhaald
  2. had herhaald
  3. had herhaald
  4. hadden herhaald
  5. hadden herhaald
  6. hadden herhaald
o.t.t.t.
  1. zal herhalen
  2. zult herhalen
  3. zal herhalen
  4. zullen herhalen
  5. zullen herhalen
  6. zullen herhalen
o.v.t.t.
  1. zou herhalen
  2. zou herhalen
  3. zou herhalen
  4. zouden herhalen
  5. zouden herhalen
  6. zouden herhalen
en verder
  1. is herhaald
  2. zijn herhaald
diversen
  1. herhaal!
  2. herhaalt!
  3. herhaald
  4. herhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für herhalen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
eka echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen echoën; galmen; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
loop herhalen
repetera herhalen; oefenen; repeteren bewonderen
spela upp slinga herhalen
säga efter echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen
upprepa echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen declameren; hoogdravend praten; navertellen; oreren
öva herhalen; oefenen; repeteren bekwamen; coachen; exerceren; harden; instuderen; leren; oefenen; ontwikkelen; opleiden; repeteren; scholen; trainen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
loop lus

Verwandte Definitionen für "herhalen":

  1. nog een keer zeggen of doen1
    • ik heb het niet gehoord, wilt u die vraag herhalen?1
  2. opnieuw gebeuren1
    • de gebeurtenissen herhalen zich1

Wiktionary Übersetzungen für herhalen:


Cross Translation:
FromToVia
herhalen repetera; upprepa repeat — do or say again
herhalen upprepa; repetera wiederholen — etwas zweiten oder mehrfachen Male, erneut tun, durchführen, stattfinden lassen
herhalen upprepa répéterredire, dire ce qu’on a déjà dit soi-même.

Verwandte Übersetzungen für herhalen