Niederländisch
Detailübersetzungen für hooggeplaatst (Niederländisch) ins Schwedisch
hooggeplaatst:
-
hooggeplaatst (vooraanstaand; prominent; vooraanstaande; befaamd; hooggezeten; geacht)
högt stående-
högt stående Adjektiv
-
-
hooggeplaatst (gedistingeerd; beroemd; voornaam; illuster; adelijk; verheven; gewichtig; aanzienlijk; doorluchtig)
distingerat; ansett; högt uppsatt; framstående-
distingerat Adjektiv
-
ansett Adjektiv
-
högt uppsatt Adjektiv
-
framstående Adjektiv
-
-
hooggeplaatst (prominent; vooraanstaand; voornaam; geacht; hooggezeten; vooraanstaande; befaamd)
framstående-
framstående Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für hooggeplaatst:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
framstående | voorbedachtheid | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ansett | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam | |
distingerat | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam | |
framstående | aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; doorluchtig; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; illuster; prominent; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam | deftig; eruitspringend; gedistingeerd; onafgelost; opvallend; uitsteken; vooraanstaand; voornaam |
högt stående | befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande | |
högt uppsatt | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam |