Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. krullen:
  2. krul:


Niederländisch

Detailübersetzungen für krullen (Niederländisch) ins Schwedisch

krullen:

krullen Verb (krul, krult, krulde, krulden, gekruld)

  1. krullen (in de krul zetten)
    locka; sätta spolar i håret; locka håret
    • locka Verb (lockar, lockade, lockat)
    • sätta spolar i håret Verb (sätter spolar i håret, satte spolar i håret, satt spolar i håret)
    • locka håret Verb (lockar håret, lockade håret, lockat håret)

Konjugationen für krullen:

o.t.t.
  1. krul
  2. krult
  3. krult
  4. krullen
  5. krullen
  6. krullen
o.v.t.
  1. krulde
  2. krulde
  3. krulde
  4. krulden
  5. krulden
  6. krulden
v.t.t.
  1. ben gekruld
  2. bent gekruld
  3. is gekruld
  4. zijn gekruld
  5. zijn gekruld
  6. zijn gekruld
v.v.t.
  1. was gekruld
  2. was gekruld
  3. was gekruld
  4. waren gekruld
  5. waren gekruld
  6. waren gekruld
o.t.t.t.
  1. zal krullen
  2. zult krullen
  3. zal krullen
  4. zullen krullen
  5. zullen krullen
  6. zullen krullen
o.v.t.t.
  1. zou krullen
  2. zou krullen
  3. zou krullen
  4. zouden krullen
  5. zouden krullen
  6. zouden krullen
en verder
  1. ben gekruld
  2. bent gekruld
  3. is gekruld
  4. zijn gekruld
  5. zijn gekruld
  6. zijn gekruld
diversen
  1. krul!
  2. krult!
  3. gekruld
  4. krullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

krullen [de ~] Nomen, Plural

  1. de krullen
    lockar
  2. de krullen (krulhaar; permanent; krulletjes)

Übersetzung Matrix für krullen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lockar krullen
lockigt hår krulhaar; krullen; krulletjes; permanent kroeskop; krullenbol
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
locka in de krul zetten; krullen aanlokken; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; dichtbijlokken; gunst winnen; induceren; kietelen; kittelen; lokken; meelokken; opfokken; ophitsen; opjutten; opruien; opstoken; poken; tevoorschijn lokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken
locka håret in de krul zetten; krullen
sätta spolar i håret in de krul zetten; krullen

Verwandte Wörter für "krullen":


krul:

krul [de ~] Nomen

  1. de krul (krulvorm)
    lock
  2. de krul (haarkrul)
  3. de krul (krullende haarlok; krulletje)
    lock; hårlock
  4. de krul (urinoir; vespasienne; waterplaats; straaturinoir)
    pissoar; urinoar

Übersetzung Matrix für krul:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hårlock haarkrul; krul; krullende haarlok; krulletje bos haar; cirkeltje; haarkuif; haarlok; haarsliert; kringel; kringetje; kuif; lok; rank; ranken
lock krul; krullende haarlok; krulletje; krulvorm deksel; deksels; haarsliert; lid; vuldoppen
pissoar krul; straaturinoir; urinoir; vespasienne; waterplaats pisbak
urinoar krul; straaturinoir; urinoir; vespasienne; waterplaats pisfles; pisglas; urinefles

Verwandte Wörter für "krul":