Niederländisch
Detailübersetzungen für kuipte (Niederländisch) ins Schwedisch
kuipen:
-
kuipen (konkelen; intrigeren)
Konjugationen für kuipen:
o.t.t.
- kuip
- kuipt
- kuipt
- kuipen
- kuipen
- kuipen
o.v.t.
- kuipte
- kuipte
- kuipte
- kuipten
- kuipten
- kuipten
v.t.t.
- heb gekuipt
- hebt gekuipt
- heeft gekuipt
- hebben gekuipt
- hebben gekuipt
- hebben gekuipt
v.v.t.
- had gekuipt
- had gekuipt
- had gekuipt
- hadden gekuipt
- hadden gekuipt
- hadden gekuipt
o.t.t.t.
- zal kuipen
- zult kuipen
- zal kuipen
- zullen kuipen
- zullen kuipen
- zullen kuipen
o.v.t.t.
- zou kuipen
- zou kuipen
- zou kuipen
- zouden kuipen
- zouden kuipen
- zouden kuipen
en verder
- is gekuipt
- zijn gekuipt
diversen
- kuip!
- kuipt!
- gekuipt
- kuipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für kuipen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
balja | barrels; kuipen | teiltje |
intrigera | komplotteren; samenzweren | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
intrigera | intrigeren; konkelen; kuipen | |
stämpla | intrigeren; konkelen; kuipen | afstempelen; beplakken; keurmerken; slecht voorstellen; stempel drukken op; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen; steun trekken; uitkering krijgen; verketteren |