Niederländisch
Detailübersetzungen für mankgaan (Niederländisch) ins Schwedisch
mankgaan:
-
mankgaan (kreupel lopen; hinken; mank lopen)
Konjugationen für mankgaan:
o.t.t.
- ga mank
- gaat mank
- gaat mank
- gaan mank
- gaan mank
- gaan mank
o.v.t.
- ging mank
- ging mank
- ging mank
- gingen mank
- gingen mank
- gingen mank
v.t.t.
- ben mank gegaan
- bent mank gegaan
- is mank gegaan
- zijn mank gegaan
- zijn mank gegaan
- zijn mank gegaan
v.v.t.
- was mank gegaan
- was mank gegaan
- was mank gegaan
- waren mank gegaan
- waren mank gegaan
- waren mank gegaan
o.t.t.t.
- zal mankgaan
- zult mankgaan
- zal mankgaan
- zullen mankgaan
- zullen mankgaan
- zullen mankgaan
o.v.t.t.
- zou mankgaan
- zou mankgaan
- zou mankgaan
- zouden mankgaan
- zouden mankgaan
- zouden mankgaan
diversen
- ga mank!
- gaat mank!
- mank gegaan
- mank gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für mankgaan:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
halta | hinken; kreupel lopen; mank lopen; mankgaan | |
stappla | hinken; kreupel lopen; mank lopen; mankgaan | wankelen |