Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. naar buiten turen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für naar buiten turen (Niederländisch) ins Schwedisch

naar buiten turen:

naar buiten turen Verb (tuur naar buiten, tuurt naar buiten, tuurde naar buiten, tuurden naar buiten, naar buiten getuurd)

  1. naar buiten turen
    titta ut; stirra ut
    • titta ut Verb (tittar ut, tittade ut, tittat ut)
    • stirra ut Verb (stirrar ut, stirrade ut, stirrat ut)

Konjugationen für naar buiten turen:

o.t.t.
  1. tuur naar buiten
  2. tuurt naar buiten
  3. tuurt naar buiten
  4. turen naar buiten
  5. turen naar buiten
  6. turen naar buiten
o.v.t.
  1. tuurde naar buiten
  2. tuurde naar buiten
  3. tuurde naar buiten
  4. tuurden naar buiten
  5. tuurden naar buiten
  6. tuurden naar buiten
v.t.t.
  1. heb naar buiten getuurd
  2. hebt naar buiten getuurd
  3. heeft naar buiten getuurd
  4. hebben naar buiten getuurd
  5. hebben naar buiten getuurd
  6. hebben naar buiten getuurd
v.v.t.
  1. had naar buiten getuurd
  2. had naar buiten getuurd
  3. had naar buiten getuurd
  4. hadden naar buiten getuurd
  5. hadden naar buiten getuurd
  6. hadden naar buiten getuurd
o.t.t.t.
  1. zal naar buiten turen
  2. zult naar buiten turen
  3. zal naar buiten turen
  4. zullen naar buiten turen
  5. zullen naar buiten turen
  6. zullen naar buiten turen
o.v.t.t.
  1. zou naar buiten turen
  2. zou naar buiten turen
  3. zou naar buiten turen
  4. zouden naar buiten turen
  5. zouden naar buiten turen
  6. zouden naar buiten turen
diversen
  1. tuur naar buiten!
  2. tuurt naar buiten!
  3. naar buiten getuurd
  4. naar buiten turend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für naar buiten turen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stirra ut naar buiten turen
titta ut naar buiten turen naar buiten kijken; oppassen voor gevaar; uitkijken

Verwandte Übersetzungen für naar buiten turen