Niederländisch

Detailübersetzungen für netst (Niederländisch) ins Schwedisch

netst form of net:

net [de ~ (m)] Nomen

  1. de net (netwerk)
  2. de net (televisiekanaal)

net Adjektiv

  1. net (daarnet; pas; juist; zojuist; zonet)
  2. net (nog maar pas)
    nyligen; bara
  3. net (krek; precies; juist)
    exakt; precist; exak
  4. net (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; stipt)
    ackurat; noggrann; noggrannt; precist
  5. net (rein; schoon; kuis)
    ren; rent

Übersetzung Matrix für net:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
noggrann accuratesse; nauwgezetheid; nauwkeurigheid; precisie
nätverke net; netwerk
ren rendier
tevekanal net; televisiekanaal
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- exact; laatst; nauw; precies
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- nauwelijks; onlangs; zojuist
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- pas
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ackurat accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
bara net; nog maar pas eenvoudigweg; gewoonweg; klinkklaar; kortweg; rechttoe; simpelweg; zopas
bara för en minut sedan daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet
exak juist; krek; net; precies
exakt juist; krek; net; precies accuraat; afgepast; exact; gedetailleerd; haarfijn; juist; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
just daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet
noggrann accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig absoluut; angstvallig; grondig; helemaal; in het geheel; nauwlettend; totaal; volkomen; zorgvuldig
noggrannt accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; trefzeker; zorgvuldig
nyligen net; nog maar pas kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recent; recentelijk
precist accuraat; juist; krek; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; exact; gedetailleerd; haarfijn; juist; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; stipt; welbeschouwd; welgeteld; zorgvuldig
ren kuis; net; rein; schoon deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; kuis; louter; maagdelijk; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rent kuis; net; rein; schoon deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; onbezoedeld; ongerept; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere

Verwandte Wörter für "net":


Synonyms for "net":


Antonyme für "net":


Verwandte Definitionen für "net":

  1. nog maar korte tijd (geleden)1
    • hij is net in dienst bij die baas1
  2. zonder afwijkingen naar boven of beneden1
    • ik eet net zoveel als jij1
  3. aantal wegen of kanalen die elkaar kruisen1
    • er loopt een net van wegen door de polder1
  4. schoon en verzorgd1
    • Joop is een nette jongen1
  5. televisiezender1
    • op het eerste net is een mooie film1
  6. van garen geknoopt voorwerp met gaten1
    • hij gebruikt een net om te vissen1

Wiktionary Übersetzungen für net:


Cross Translation:
FromToVia
net elnät; nät grid — electricity delivery system
net bara just — only, simply, merely
net nyss; precis; just just — recently
net precis just — nearly
net prydlig neat — tidy, free from dirt
net nät net — mesh of string, cord or rope
net nät net — device for catching fish, butterflies etc.
net nät net — device for trapping something
net nät net — interconnecting system
net passande proper — following the established standards of behavior or manners
net skön; vacker beau — D’aspect agréable à l’œil ou à l’oreille.
net hederlig; rättskaffens; hygglig; artig; hövlig; ärbar; anständig; tillbörlig; skälig; lagom honnête — Qui est conforme à la vertu, à la probité, à l’honneur.
net nät; nätverk réseauensemble d’objets ou de personnes connectés ou maintenus en liaison.