Niederländisch
Detailübersetzungen für ontstoppen (Niederländisch) ins Schwedisch
ontstoppen:
-
ontstoppen
Konjugationen für ontstoppen:
o.t.t.
- ontstop
- ontstopt
- ontstopt
- ontstoppen
- ontstoppen
- ontstoppen
o.v.t.
- ontstopte
- ontstopte
- ontstopte
- ontstopten
- ontstopten
- ontstopten
v.t.t.
- heb ontstopt
- hebt ontstopt
- heeft ontstopt
- hebben ontstopt
- hebben ontstopt
- hebben ontstopt
v.v.t.
- had ontstopt
- had ontstopt
- had ontstopt
- hadden ontstopt
- hadden ontstopt
- hadden ontstopt
o.t.t.t.
- zal ontstoppen
- zult ontstoppen
- zal ontstoppen
- zullen ontstoppen
- zullen ontstoppen
- zullen ontstoppen
o.v.t.t.
- zou ontstoppen
- zou ontstoppen
- zou ontstoppen
- zouden ontstoppen
- zouden ontstoppen
- zouden ontstoppen
en verder
- ben ontstopt
- bent ontstopt
- is ontstopt
- zijn ontstopt
- zijn ontstopt
- zijn ontstopt
diversen
- ontstop!
- ontstopt!
- ontstopt
- ontstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für ontstoppen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dra ur kontakten | ontstoppen | |
koppla ur | ontstoppen | debrayeren; ontkoppelen |
Computerübersetzung von Drittern: