Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onvoordelig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onvoordelig (Niederländisch) ins Schwedisch

onvoordelig:

onvoordelig Adjektiv

  1. onvoordelig (ongunstig; nadelig)
  2. onvoordelig (niet flatterend)

Übersetzung Matrix für onvoordelig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
skadligt schadelijkheid; verderfelijkheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inte smickrande niet flatterend; onvoordelig
ofördelaktig nadelig; ongunstig; onvoordelig
ofördelaktigt nadelig; ongunstig; onvoordelig averechts; verkeerd
olämplig nadelig; ongunstig; onvoordelig niet op het goede moment; onsympathiek; ontijdig
olämpligt nadelig; ongunstig; onvoordelig niet op het goede moment; onsympathiek; ontijdig
skadligt nadelig; ongunstig; onvoordelig aantastend; duperend; ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag

Verwandte Wörter für "onvoordelig":

  • onvoordeliger, onvoordeligere, onvoordeligst, onvoordeligste, onvoordelige