Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze opslobberen

übersetze opslobberen von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. opslobberen:

Niederländisch

Detailübersetzungen für opslobberen (Niederländisch) ins Schwedisch

opslobberen:

opslobberen Verb (slobber op, slobbert op, slobberde op, slobberden op, opgeslobberd)

  1. opslobberen (slobberen)
    linda; varva; svepa; sörpla

Konjugationen für opslobberen:

o.t.t.
  1. slobber op
  2. slobbert op
  3. slobbert op
  4. slobberen op
  5. slobberen op
  6. slobberen op
o.v.t.
  1. slobberde op
  2. slobberde op
  3. slobberde op
  4. slobberden op
  5. slobberden op
  6. slobberden op
v.t.t.
  1. heb opgeslobberd
  2. hebt opgeslobberd
  3. heeft opgeslobberd
  4. hebben opgeslobberd
  5. hebben opgeslobberd
  6. hebben opgeslobberd
v.v.t.
  1. had opgeslobberd
  2. had opgeslobberd
  3. had opgeslobberd
  4. hadden opgeslobberd
  5. hadden opgeslobberd
  6. hadden opgeslobberd
o.t.t.t.
  1. zal opslobberen
  2. zult opslobberen
  3. zal opslobberen
  4. zullen opslobberen
  5. zullen opslobberen
  6. zullen opslobberen
o.v.t.t.
  1. zou opslobberen
  2. zou opslobberen
  3. zou opslobberen
  4. zouden opslobberen
  5. zouden opslobberen
  6. zouden opslobberen
en verder
  3. is opgeslobberd
  6. zijn opgeslobberd
diversen
  1. slobber op!
  2. slobbert op!
  5. opgeslobberd
  6. opslobberend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opslobberen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
linda opslobberen; slobberen bakeren
svepa opslobberen; slobberen
sörpla opslobberen; slobberen slorpen; slurpen
varva opslobberen; slobberen







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0430 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden