Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. opvatten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opvatten (Niederländisch) ins Schwedisch

opvatten:

opvatten Verb (vat op, vatte op, vatten op, opgevat)

  1. opvatten (begrijpen)
    tolka
    • tolka Verb (tolkar, tolkade, tolkat)

Konjugationen für opvatten:

o.t.t.
  1. vat op
  2. vat op
  3. vat op
  4. vatten op
  5. vatten op
  6. vatten op
o.v.t.
  1. vatte op
  2. vatte op
  3. vatte op
  4. vatten op
  5. vatten op
  6. vatten op
v.t.t.
  1. heb opgevat
  2. hebt opgevat
  3. heeft opgevat
  4. hebben opgevat
  5. hebben opgevat
  6. hebben opgevat
v.v.t.
  1. had opgevat
  2. had opgevat
  3. had opgevat
  4. hadden opgevat
  5. hadden opgevat
  6. hadden opgevat
o.t.t.t.
  1. zal opvatten
  2. zult opvatten
  3. zal opvatten
  4. zullen opvatten
  5. zullen opvatten
  6. zullen opvatten
o.v.t.t.
  1. zou opvatten
  2. zou opvatten
  3. zou opvatten
  4. zouden opvatten
  5. zouden opvatten
  6. zouden opvatten
en verder
  1. is opgevat
  2. zijn opgevat
diversen
  1. vat op!
  2. vat op!
  3. opgevat
  4. opvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opvatten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tolka begrijpen; opvatten interpreteren; overbrengen; translateren; uitbeelden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbeelden; verpersonificeren; vertalen; vertolken; verwoorden