Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. recalcitrant:


Niederländisch

Detailübersetzungen für recalcitrant (Niederländisch) ins Schwedisch

recalcitrant:

recalcitrant Adjektiv

  1. recalcitrant (opstandig; stijfhoofdig)
  2. recalcitrant (stijfhoofdig; weerbarstig; koppig)
    tjurig; halstarrig; envis; envist; tjurigt; halstarrigt

Übersetzung Matrix für recalcitrant:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
envis koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig aanhoudend; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; vasthoudend; volhardend; volhoudend; voortdurend
envist koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig aanhoudend; bokkig; dwars; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; vasthoudend; volhardend; volhoudend; voortdurend; weerbarstig; weerspannig
halstarrig koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig
halstarrigt koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig
motsträvande opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig
motsträvandet opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig
svårhanterligt opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig
tjurig koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig
tjurigt koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig

Verwandte Wörter für "recalcitrant":

  • recalcitrante