Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. regelrecht:


Niederländisch

Detailübersetzungen für regelrecht (Niederländisch) ins Schwedisch

regelrecht:

regelrecht Adjektiv

  1. regelrecht (klinkklaar; puur; gewoonweg; ronduit)
    pur; rent; idel; idelt
  2. regelrecht (recht door zee; duidelijk; direct)
    tydligt; klart
  3. regelrecht (rechtstreeks; direct; linea recta)

Übersetzung Matrix für regelrecht:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
idel gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
idelt gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
klart direct; duidelijk; recht door zee; regelrecht aanschouwelijk; begrijpelijk; cru; duidelijk; expliciet; fleurig; gereed; helder; helderdenkend; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurrijk; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; overduidelijk; paraat; rechttoe rechtaan; verhelderend; verstaanbaar
omedelbar direct; linea recta; rechtstreeks; regelrecht dadelijk; direct; directe; frontaal; klassikaal; zo meteen
omedelbart direct; linea recta; rechtstreeks; regelrecht dadelijk; direct; frontaal; klassikaal; prompt; subiet; zo meteen
pur gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit onvermengd; puur; zuiver
rent gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; onbezoedeld; ongerept; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; rein; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
tydligt direct; duidelijk; recht door zee; regelrecht aanschouwelijk; bemerkbaar; cru; duidelijk; expliciet; herkenbaar; hoorbaar; lichtgevend; lumineus; merkbaar; onknap; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; tastbaar; verstaanbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar

Verwandte Wörter für "regelrecht":

  • regelrechte