Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- scheutigheid:
- scheutig:
-
Wiktionary:
- scheutig → givmild
Niederländisch
Detailübersetzungen für scheutigheid (Niederländisch) ins Schwedisch
scheutigheid:
-
de scheutigheid (goedgeefsheid; royaliteit; vrijgevigheid; ruimhartigheid; gulheid)
Übersetzung Matrix für scheutigheid:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
generositet | goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid | edelmoedigheid; generositeit; goedgeefsheid; grootmoedigheid; mildadigheid; mildheid; weldaad; weldadigheid |
givmildhet | goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid | edelmoedigheid; generositeit; grootmoedigheid; mildadigheid |
Verwandte Wörter für "scheutigheid":
scheutig:
-
scheutig (rijkelijk; ruimschoots; overvloedig; royaal)
-
scheutig (vrijgevig; genereus; royaal; gul; goedgeefs)
generös; generöst; högsint; ädelmodigt-
generös Adjektiv
-
generöst Adjektiv
-
högsint Adjektiv
-
ädelmodigt Adjektiv
-
-
scheutig (goedgeefs; vrijgevig; royaal; genereus; gul; ruimhartig; mild)
Übersetzung Matrix für scheutig:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
generös | genereus; goedgeefs; gul; royaal; scheutig; vrijgevig | edel; edelmoedig; genereus; grootmoedig; groots; gul; mild; nobel; royaal; ruimhartig; vrijgevig |
generöst | genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig | edel; edelmoedig; genereus; grootmoedig; groots; gul; mild; nobel; royaal; ruimhartig; vrijgevig |
givmild | genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig | |
givmilt | genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig | |
högsint | genereus; goedgeefs; gul; royaal; scheutig; vrijgevig | adellijk |
i rikligt mått | overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig | |
rikligt | overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig | ampel; breedvoerig; copieus; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; welig |
ädelmodigt | genereus; goedgeefs; gul; royaal; scheutig; vrijgevig |