Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für stileren (Niederländisch) ins Schwedisch
stileren:
Konjugationen für stileren:
o.t.t.
- stileer
- stileert
- stileert
- stileren
- stileren
- stileren
o.v.t.
- stileerde
- stileerde
- stileerde
- stileerden
- stileerden
- stileerden
v.t.t.
- heb gestileerd
- hebt gestileerd
- heeft gestileerd
- hebben gestileerd
- hebben gestileerd
- hebben gestileerd
v.v.t.
- had gestileerd
- had gestileerd
- had gestileerd
- hadden gestileerd
- hadden gestileerd
- hadden gestileerd
o.t.t.t.
- zal stileren
- zult stileren
- zal stileren
- zullen stileren
- zullen stileren
- zullen stileren
o.v.t.t.
- zou stileren
- zou stileren
- zou stileren
- zouden stileren
- zouden stileren
- zouden stileren
en verder
- ben gestileerd
- bent gestileerd
- is gestileerd
- zijn gestileerd
- zijn gestileerd
- zijn gestileerd
diversen
- stileer!
- stileert!
- gestileerd
- stilerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für stileren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
designa | stileren | in het leven roepen; maken; ontwerpen; scheppen |
forma | stileren | beeldhouwen; boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven |
formge | stileren | gestalte geven; vorm geven aan; vormen |
kreera | stileren | ontwerpen |
redigera | stileren | bewerken; tekst redigeren |
styla | stileren | |
utforma | stileren | inlijsten |