Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. systematiseren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für systematiseren (Niederländisch) ins Schwedisch

systematiseren:

systematiseren Verb (systematiseer, systematiseert, systematiseerde, systematiseerden, gesystematiseerd)

  1. systematiseren (indelen; ordenen; groeperen; arrangeren)
    gruppera
    • gruppera Verb (grupperar, grupperade, grupperat)

Konjugationen für systematiseren:

o.t.t.
  1. systematiseer
  2. systematiseert
  3. systematiseert
  4. systematiseren
  5. systematiseren
  6. systematiseren
o.v.t.
  1. systematiseerde
  2. systematiseerde
  3. systematiseerde
  4. systematiseerden
  5. systematiseerden
  6. systematiseerden
v.t.t.
  1. heb gesystematiseerd
  2. hebt gesystematiseerd
  3. heeft gesystematiseerd
  4. hebben gesystematiseerd
  5. hebben gesystematiseerd
  6. hebben gesystematiseerd
v.v.t.
  1. had gesystematiseerd
  2. had gesystematiseerd
  3. had gesystematiseerd
  4. hadden gesystematiseerd
  5. hadden gesystematiseerd
  6. hadden gesystematiseerd
o.t.t.t.
  1. zal systematiseren
  2. zult systematiseren
  3. zal systematiseren
  4. zullen systematiseren
  5. zullen systematiseren
  6. zullen systematiseren
o.v.t.t.
  1. zou systematiseren
  2. zou systematiseren
  3. zou systematiseren
  4. zouden systematiseren
  5. zouden systematiseren
  6. zouden systematiseren
en verder
  1. ben gesystematiseerd
  2. bent gesystematiseerd
  3. is gesystematiseerd
  4. zijn gesystematiseerd
  5. zijn gesystematiseerd
  6. zijn gesystematiseerd
diversen
  1. systematiseer!
  2. systematiseert!
  3. gesystematiseerd
  4. systematiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für systematiseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gruppera arrangeren; groeperen; indelen; ordenen; systematiseren classificeren; groep; groeperen; rangschikken