Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- terugbrengen:
-
Wiktionary:
- terugbrengen → reklamera, returnera, återsända, skicka tillbaka, befordra, forsla, frakta, transportera
Niederländisch
Detailübersetzungen für terugbrengen (Niederländisch) ins Schwedisch
terugbrengen:
-
terugbrengen (retourneren; teruggeven; terugzenden)
Konjugationen für terugbrengen:
o.t.t.
- breng terug
- brengt terug
- brengt terug
- brengen terug
- brengen terug
- brengen terug
o.v.t.
- bracht terug
- bracht terug
- bracht terug
- brachten terug
- brachten terug
- brachten terug
v.t.t.
- heb teruggebracht
- hebt teruggebracht
- heeft teruggebracht
- hebben teruggebracht
- hebben teruggebracht
- hebben teruggebracht
v.v.t.
- had teruggebracht
- had teruggebracht
- had teruggebracht
- hadden teruggebracht
- hadden teruggebracht
- hadden teruggebracht
o.t.t.t.
- zal terugbrengen
- zult terugbrengen
- zal terugbrengen
- zullen terugbrengen
- zullen terugbrengen
- zullen terugbrengen
o.v.t.t.
- zou terugbrengen
- zou terugbrengen
- zou terugbrengen
- zouden terugbrengen
- zouden terugbrengen
- zouden terugbrengen
en verder
- ben teruggebracht
- bent teruggebracht
- is teruggebracht
- zijn teruggebracht
- zijn teruggebracht
- zijn teruggebracht
diversen
- breng terug!
- brengt terug!
- teruggebracht
- terugbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für terugbrengen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
komma tillbaka | terugkomst | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
komma tillbaka | retourneren; terugbrengen; teruggeven; terugzenden | omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen; wederkeren; weerkeren |
återkomma | retourneren; terugbrengen; teruggeven; terugzenden |
Wiktionary Übersetzungen für terugbrengen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• terugbrengen | → reklamera; returnera | ↔ return — to take something back to a retailer for a refund |
• terugbrengen | → återsända; skicka tillbaka | ↔ renvoyer — Faire reporter à qqun une chose qui lui appartient |
• terugbrengen | → befordra; forsla; frakta; transportera | ↔ reporter — Traductions à trier suivant le sens |