Niederländisch
Detailübersetzungen für tevoorschijntoveren (Niederländisch) ins Schwedisch
tevoorschijntoveren:
tevoorschijntoveren Verb (tover tevoorschijn, tovert tevoorschijn, toverde tevoorschijn, toverden tevoorschijn, tevoorschijn getoverd)
-
tevoorschijntoveren (tevoorschijnhalen; laten zien; voordedaghalen)
Konjugationen für tevoorschijntoveren:
o.t.t.
- tover tevoorschijn
- tovert tevoorschijn
- tovert tevoorschijn
- toveren tevoorschijn
- toveren tevoorschijn
- toveren tevoorschijn
o.v.t.
- toverde tevoorschijn
- toverde tevoorschijn
- toverde tevoorschijn
- toverden tevoorschijn
- toverden tevoorschijn
- toverden tevoorschijn
v.t.t.
- heb tevoorschijn getoverd
- hebt tevoorschijn getoverd
- heeft tevoorschijn getoverd
- hebben tevoorschijn getoverd
- hebben tevoorschijn getoverd
- hebben tevoorschijn getoverd
v.v.t.
- had tevoorschijn getoverd
- had tevoorschijn getoverd
- had tevoorschijn getoverd
- hadden tevoorschijn getoverd
- hadden tevoorschijn getoverd
- hadden tevoorschijn getoverd
o.t.t.t.
- zal tevoorschijntoveren
- zult tevoorschijntoveren
- zal tevoorschijntoveren
- zullen tevoorschijntoveren
- zullen tevoorschijntoveren
- zullen tevoorschijntoveren
o.v.t.t.
- zou tevoorschijntoveren
- zou tevoorschijntoveren
- zou tevoorschijntoveren
- zouden tevoorschijntoveren
- zouden tevoorschijntoveren
- zouden tevoorschijntoveren
en verder
- ben tevoorschijn getoverd
- bent tevoorschijn getoverd
- is tevoorschijn getoverd
- zijn tevoorschijn getoverd
- zijn tevoorschijn getoverd
- zijn tevoorschijn getoverd
diversen
- tover tevoorschijn!
- tovert tevoorschijn!
- tevoorschijn getoverd
- tevoorschijntoverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für tevoorschijntoveren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
visa | demonstratie; laten zien; melodie; wijs | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
frambringa | laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen | aandragen; aanvoeren; doen; fokken; handelen; kweken; naar voren brengen; opfokken; uitrichten; uitvoeren; verrichten |
producera | laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen | fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; voortbrengen |
ta fram | laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen | naar voren brengen; te voorschijn halen; tevoorschijn halen; voor de dag halen |
visa | laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen | aanbieden; betogen; demonstreren; etaleren; exposeren; laten zien; offreren; presenteren; te voorschijn halen; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tonen; uitbreiden; uitstallen; vertonen; voor de dag halen; voorleggen; weergeven; wijzen naar |