Niederländisch
Detailübersetzungen für toesteken (Niederländisch) ins Schwedisch
toesteken:
Konjugationen für toesteken:
o.t.t.
- steek toe
- steekt toe
- steekt toe
- steken toe
- steken toe
- steken toe
o.v.t.
- stak toe
- stak toe
- stak toe
- staken toe
- staken toe
- staken toe
v.t.t.
- heb toegestoken
- hebt toegestoken
- heeft toegestoken
- hebben toegestoken
- hebben toegestoken
- hebben toegestoken
v.v.t.
- had toegestoken
- had toegestoken
- had toegestoken
- hadden toegestoken
- hadden toegestoken
- hadden toegestoken
o.t.t.t.
- zal toesteken
- zult toesteken
- zal toesteken
- zullen toesteken
- zullen toesteken
- zullen toesteken
o.v.t.t.
- zou toesteken
- zou toesteken
- zou toesteken
- zouden toesteken
- zouden toesteken
- zouden toesteken
en verder
- ben toegestoken
- bent toegestoken
- is toegestoken
- zijn toegestoken
- zijn toegestoken
- zijn toegestoken
diversen
- steek toe!
- steekt toe!
- toegestoken
- toestekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für toesteken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
överlämna | afdracht; inlevering | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
driva på någon | toesteken; toestoten | |
ge | aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; toesteken | afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; doneren; geven; komen tot; leveren; reiken; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen |
knuffa till någon | toesteken; toestoten | |
pressa sig in i | toesteken; toestoten | |
puffa på någon | toesteken; toestoten | |
överlämna | aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; toesteken | afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; consigneren; in consignatie zenden; rondbrengen; thuisbezorgen |
överräcka | aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; toesteken | aanbieden; afgeven; indienen; inleveren; overhandigen |