Niederländisch
Detailübersetzungen für verdagen (Niederländisch) ins Schwedisch
verdagen:
-
verdagen
Konjugationen für verdagen:
o.t.t.
- verdaag
- verdaagt
- verdaagt
- verdagen
- verdagen
- verdagen
o.v.t.
- verdaagde
- verdaagde
- verdaagde
- verdaagden
- verdaagden
- verdaagden
v.t.t.
- heb verdaagd
- hebt verdaagd
- heeft verdaagd
- hebben verdaagd
- hebben verdaagd
- hebben verdaagd
v.v.t.
- had verdaagd
- had verdaagd
- had verdaagd
- hadden verdaagd
- hadden verdaagd
- hadden verdaagd
o.t.t.t.
- zal verdagen
- zult verdagen
- zal verdagen
- zullen verdagen
- zullen verdagen
- zullen verdagen
o.v.t.t.
- zou verdagen
- zou verdagen
- zou verdagen
- zouden verdagen
- zouden verdagen
- zouden verdagen
diversen
- verdaag!
- verdaagt!
- verdaagd
- verdagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verdagen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ajournera | verdagen | halthouden; stoppen |
flytta fram | verdagen | halthouden; stoppen |
Wiktionary Übersetzungen für verdagen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdagen | → uppskjuta; stämma | ↔ ajourner — remettre à un autre jour. |
• verdagen | → variera | ↔ différer — Traductions à trier suivant le sens |
• verdagen | → backa; rygga; baklänges | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |
• verdagen | → förjaga | ↔ renvoyer — envoyer de nouveau. |
Computerübersetzung von Drittern: