Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für verlichten (Niederländisch) ins Schwedisch
verlichten:
-
verlichten (lenigen; verzachten)
-
verlichten (beschijnen)
-
verlichten (van gewicht ontdoen)
Konjugationen für verlichten:
o.t.t.
- verlicht
- verlicht
- verlicht
- verlichten
- verlichten
- verlichten
o.v.t.
- verlichtte
- verlichtte
- verlichtte
- verlichtten
- verlichtten
- verlichtten
v.t.t.
- heb verlicht
- hebt verlicht
- heeft verlicht
- hebben verlicht
- hebben verlicht
- hebben verlicht
v.v.t.
- had verlicht
- had verlicht
- had verlicht
- hadden verlicht
- hadden verlicht
- hadden verlicht
o.t.t.t.
- zal verlichten
- zult verlichten
- zal verlichten
- zullen verlichten
- zullen verlichten
- zullen verlichten
o.v.t.t.
- zou verlichten
- zou verlichten
- zou verlichten
- zouden verlichten
- zouden verlichten
- zouden verlichten
diversen
- verlicht!
- verlicht!
- verlicht
- verlichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verlichten:
Wiktionary Übersetzungen für verlichten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verlichten | → underlätta; befrämja | ↔ faciliter — rendre facile. |
• verlichten | → mildra; lätta | ↔ soulager — délivrer, débarrasser d’une partie de quelque fardeau. |
• verlichten | → upplysa; lysa upp | ↔ éclairer — apporter de la lumière dans un endroit sombre. |