Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für vernietigen (Niederländisch) ins Schwedisch
vernietigen:
-
vernietigen (verwoesten; vernielen; ruineren; slopen; afbreken)
-
vernietigen (tot schroot verwerken)
-
vernietigen (teniet doen; opheffen; verijdelen; nullificeren; ondervangen)
-
vernietigen (teniet doen; opheffen; terugdraaien; nullificeren; ondervangen)
-
vernietigen (tenietdoen; delgen)
Konjugationen für vernietigen:
o.t.t.
- vernietig
- vernietigt
- vernietigt
- vernietigen
- vernietigen
- vernietigen
o.v.t.
- vernietigde
- vernietigde
- vernietigde
- vernietigden
- vernietigden
- vernietigden
v.t.t.
- heb vernietigd
- hebt vernietigd
- heeft vernietigd
- hebben vernietigd
- hebben vernietigd
- hebben vernietigd
v.v.t.
- had vernietigd
- had vernietigd
- had vernietigd
- hadden vernietigd
- hadden vernietigd
- hadden vernietigd
o.t.t.t.
- zal vernietigen
- zult vernietigen
- zal vernietigen
- zullen vernietigen
- zullen vernietigen
- zullen vernietigen
o.v.t.t.
- zou vernietigen
- zou vernietigen
- zou vernietigen
- zouden vernietigen
- zouden vernietigen
- zouden vernietigen
diversen
- vernietig!
- vernietigt!
- vernietigd
- vernietigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vernietigen:
Wiktionary Übersetzungen für vernietigen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vernietigen | → tillintetgöra; förinta | ↔ annihilate — to reduce to nothing, to destroy, to eradicate |
• vernietigen | → förstöra | ↔ destroy — to damage beyond use or repair |
• vernietigen | → spöa; mosa; krossa | ↔ destroy — (colloquial) to defeat soundly |
• vernietigen | → förstöra | ↔ destruct — to cause the destruction of |
• vernietigen | → släcka; utsläcka | ↔ extinguish — to destroy or abolish something |
• vernietigen | → omintetgöra | ↔ nullify — to make legally invalid |
• vernietigen | → förgöra | ↔ vernichten — zerstören, (bewusst und unmittelbar gewaltsam) nichtigmachen |
• vernietigen | → slopa; förinta; förstöra | ↔ démolir — abattre pièce à pièce (se dit surtout en parlant des bâtiments, des constructions). |
• vernietigen | → förinta; förstöra | ↔ détruire — démolir, ruiner, en parlant d'un édifice, d'une construction. |
• vernietigen | → ruinera; förinta; förstöra | ↔ ravager — faire du ravage. |