Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. versterken:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für versterk (Niederländisch) ins Schwedisch

versterken:

versterken Verb (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)

  1. versterken (intensiveren; aanscherpen; toespitsen; verhevigen)
    förstärka; stärka; fördjupa; intensifiera
    • förstärka Verb (förstärker, förstärkte, förstärkt)
    • stärka Verb (stärker, stärkte, stärkt)
    • fördjupa Verb (fördjuper, fördjupte, fördjupt)
    • intensifiera Verb (intensifierar, intensifierade, intensifierat)
  2. versterken (sterker worden; sterken)
    förstärkas; stärkas; intensifieras; bli starkare
    • förstärkas Verb (förstärkas, förstärktes, förstärkats)
    • stärkas Verb (stärkas, stärktes, stärkts)
    • intensifieras Verb (intensifierar, intensifierade, intensifierat)
    • bli starkare Verb (blir starkare, blev starkare, blivit starkare)

Konjugationen für versterken:

o.t.t.
  1. versterk
  2. versterkt
  3. versterkt
  4. versterken
  5. versterken
  6. versterken
o.v.t.
  1. versterkte
  2. versterkte
  3. versterkte
  4. versterkten
  5. versterkten
  6. versterkten
v.t.t.
  1. heb versterkt
  2. hebt versterkt
  3. heeft versterkt
  4. hebben versterkt
  5. hebben versterkt
  6. hebben versterkt
v.v.t.
  1. had versterkt
  2. had versterkt
  3. had versterkt
  4. hadden versterkt
  5. hadden versterkt
  6. hadden versterkt
o.t.t.t.
  1. zal versterken
  2. zult versterken
  3. zal versterken
  4. zullen versterken
  5. zullen versterken
  6. zullen versterken
o.v.t.t.
  1. zou versterken
  2. zou versterken
  3. zou versterken
  4. zouden versterken
  5. zouden versterken
  6. zouden versterken
diversen
  1. versterk!
  2. versterkt!
  3. versterkt
  4. versterkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für versterken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bli starkare sterken; sterker worden; versterken aansterken
fördjupa aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken uitdiepen; verdiepen
förstärka aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken sterker maken
förstärkas sterken; sterker worden; versterken
intensifiera aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken
intensifieras sterken; sterker worden; versterken
stärka aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken consolideren; sterker maken; stijf maken; stijven; verstevigen
stärkas sterken; sterker worden; versterken

Verwandte Definitionen für "versterken":

  1. sterker maken1
    • die oefening versterkt de spieren1

Wiktionary Übersetzungen für versterken:

versterken
verb
  1. het aantal vergroten

Cross Translation:
FromToVia
versterken rada upp line — to place persons or things along the side of for security or defense
versterken förstärka; armera reinforce — to strengthen by addition
versterken bekräfta corroborer — (figuré) fortifier.