Niederländisch
Detailübersetzungen für vervellen (Niederländisch) ins Schwedisch
vervellen:
-
vervellen
Konjugationen für vervellen:
o.t.t.
- vervel
- vervelt
- vervelt
- vervellen
- vervellen
- vervellen
o.v.t.
- vervelde
- vervelde
- vervelde
- vervelden
- vervelden
- vervelden
v.t.t.
- ben verveld
- bent verveld
- is verveld
- zijn verveld
- zijn verveld
- zijn verveld
v.v.t.
- was verveld
- was verveld
- was verveld
- waren verveld
- waren verveld
- waren verveld
o.t.t.t.
- zal vervellen
- zult vervellen
- zal vervellen
- zullen vervellen
- zullen vervellen
- zullen vervellen
o.v.t.t.
- zou vervellen
- zou vervellen
- zou vervellen
- zouden vervellen
- zouden vervellen
- zouden vervellen
diversen
- vervel!
- vervelt!
- verveld
- vervellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vervellen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fjälla | spaander | |
peeling | vervellen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fjälla | vervellen | doppen; pellen; zich laten schillen |