Niederländisch
Detailübersetzungen für vies worden (Niederländisch) ins Schwedisch
vies worden:
-
vies worden (smerig worden)
Konjugationen für vies worden:
o.t.t.
- word vies
- wordt vies
- wordt vies
- worden vies
- worden vies
- worden vies
o.v.t.
- werd vies
- werd vies
- werd vies
- werden vies
- werden vies
- werden vies
v.t.t.
- ben vies geworden
- bent vies geworden
- is vies geworden
- zijn vies geworden
- zijn vies geworden
- zijn vies geworden
v.v.t.
- was vies geworden
- was vies geworden
- was vies geworden
- waren vies geworden
- waren vies geworden
- waren vies geworden
o.t.t.t.
- zal vies worden
- zult vies worden
- zal vies worden
- zullen vies worden
- zullen vies worden
- zullen vies worden
o.v.t.t.
- zou vies worden
- zou vies worden
- zou vies worden
- zouden vies worden
- zouden vies worden
- zouden vies worden
diversen
- word vies!
- wordt vies!
- vies geworden
- vies wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vies worden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bli smutsig | smerig worden; vies worden |