Niederländisch
Detailübersetzungen für vlekkig (Niederländisch) ins Schwedisch
vlekkig:
-
vlekkig (bevlekt)
smutsigt; otäck; otäckt; befläckad; fläckat; nedfläckat; nedfläckad; befläckat-
smutsigt Adjektiv
-
otäck Adjektiv
-
otäckt Adjektiv
-
befläckad Adjektiv
-
fläckat Adjektiv
-
nedfläckat Adjektiv
-
nedfläckad Adjektiv
-
befläckat Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für vlekkig:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
smutsigt | goorheid; groezeligheid; vuilheid | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
befläckad | bevlekt; vlekkig | |
befläckat | bevlekt; vlekkig | |
fläckat | bevlekt; vlekkig | beklad; uitgelopen |
nedfläckad | bevlekt; vlekkig | |
nedfläckat | bevlekt; vlekkig | |
otäck | bevlekt; vlekkig | gevonden; lelijk; lelijk uitziend; onbedekt; ranzig |
otäckt | bevlekt; vlekkig | gevonden; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; lelijk; lelijk uitziend; onbedekt; ranzig; zonder bekleding |
smutsigt | bevlekt; vlekkig | baggerig; banaal; bedoezeld; drabbig; drassig; goor; groezelig; laag; met vuil bemorst; modderig; morsig; onverkwikkelijk; pruttig; ranzig; slibachtig; slibberig; slijkerig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; voddig; vuig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zwijnachtig |