Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. wegfutselen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegfutselen (Niederländisch) ins Schwedisch

wegfutselen:

wegfutselen Verb

  1. wegfutselen (stelen; pikken; verduisteren; )
    stjäla; sno; snatta; knycka
    • stjäla Verb (stjäler, stal, stulit)
    • sno Verb (snor, snodde, snott)
    • snatta Verb (snattar, snattade, snattat)
    • knycka Verb (knycker, knyckte, knyckt)

Übersetzung Matrix für wegfutselen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
knycka achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; snaaien; stelen; verdonkeremanen; vervreemden; weggraaien; wegkapen; wegpikken
snatta achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
sno achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken gappen; kroelen; snaaien; stelen; weggraaien; wegpikken
stjäla achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken achteroverdrukken; afnemen; afsnoepen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; ladelichten; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken