Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. wegkruipen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegkruipen (Niederländisch) ins Schwedisch

wegkruipen:

wegkruipen Verb (kruip weg, kruipt weg, kroop weg, kropen weg, weggekropen)

  1. wegkruipen (toevluchten; schuilen; uitwijken)
    ge tillflykt; gömma; skydda
    • ge tillflykt Verb (ger tillflykt, gav tillflykt, givit tillflykt)
    • gömma Verb (gömmer, gömmde, gömmt)
    • skydda Verb (skyddar, skyddade, skyddat)

Konjugationen für wegkruipen:

o.t.t.
  1. kruip weg
  2. kruipt weg
  3. kruipt weg
  4. kruipen weg
  5. kruipen weg
  6. kruipen weg
o.v.t.
  1. kroop weg
  2. kroop weg
  3. kroop weg
  4. kropen weg
  5. kropen weg
  6. kropen weg
v.t.t.
  1. ben weggekropen
  2. bent weggekropen
  3. is weggekropen
  4. zijn weggekropen
  5. zijn weggekropen
  6. zijn weggekropen
v.v.t.
  1. was weggekropen
  2. was weggekropen
  3. was weggekropen
  4. waren weggekropen
  5. waren weggekropen
  6. waren weggekropen
o.t.t.t.
  1. zal wegkruipen
  2. zult wegkruipen
  3. zal wegkruipen
  4. zullen wegkruipen
  5. zullen wegkruipen
  6. zullen wegkruipen
o.v.t.t.
  1. zou wegkruipen
  2. zou wegkruipen
  3. zou wegkruipen
  4. zouden wegkruipen
  5. zouden wegkruipen
  6. zouden wegkruipen
diversen
  1. kruip weg!
  2. kruipt weg!
  3. weggekropen
  4. wegkruipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wegkruipen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ge tillflykt schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
gömma schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen achterhouden; bemantelen; bescherming zoeken; ontveinzen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verschuilen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
skydda schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen afdekken; afschermen; afschutten; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; in bescherming nemen; verdedigen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gömma bewaarplaats