Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für wisselvalligheid (Niederländisch) ins Schwedisch

wisselvalligheid:


wisselvallig:

wisselvallig Adjektiv

  1. wisselvallig (onbestendig; veranderlijk)
  2. wisselvallig (wisselend; variërend)
    ombytlig; variabel; variabelt; ombytligt

Übersetzung Matrix für wisselvallig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
variabel variabele; variabiliteit
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inte uppklarad onbestendig; veranderlijk; wisselvallig
inte uppklarat onbestendig; veranderlijk; wisselvallig
ombytlig variërend; wisselend; wisselvallig
ombytligt variërend; wisselend; wisselvallig grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; variabel; variabele; variërend; wispelturig
variabel variërend; wisselend; wisselvallig variabel; variërend
variabelt variërend; wisselend; wisselvallig variabele

Verwandte Wörter für "wisselvallig":