Niederländisch
Detailübersetzungen für zich aangeven (Niederländisch) ins Schwedisch
zich aangeven:
zich aangeven Verb (geef mij aan, geeft je aan, geeft zich aan, gaf zich aan, gaven je aan, zich aangegeven)
-
zich aangeven
Konjugationen für zich aangeven:
o.t.t.
- geef mij aan
- geeft je aan
- geeft zich aan
- geven ons aan
- geven je aan
- geven zich aan
o.v.t.
- gaf me aan
- gaf je aan
- gaf zich aan
- gaven ons aan
- gaven je aan
- gaven zich aan
v.t.t.
- heb mij aangegeven
- hebt je aangegeven
- heeft zich aangegeven
- hebben ons aangegeven
- hebben je aangegeven
- hebben zich aangegeven
v.v.t.
- had mij aangegeven
- had je aangegeven
- had zich aangegeven
- hadden ons aangegeven
- hadden je aangegeven
- hadden zich aangegeven
o.t.t.t.
- zal mij aangeven
- zult je aangeven
- zal zich aangeven
- zullen ons aangeven
- zullen je aangeven
- zullen zich aangeven
o.v.t.t.
- zou mij aangeven
- zou je aangeven
- zou zich aangeven
- zouden ons aangeven
- zouden je aangeven
- zouden zich aangeven
diversen
- geef je aan!
- geeft u aan!
- aangegeven
- aangevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für zich aangeven:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
anmäla sig själv | zich aangeven |