Niederländisch
Detailübersetzungen für zieltogen (Niederländisch) ins Schwedisch
zieltogen:
Konjugationen für zieltogen:
o.t.t.
- zieltoog
- zieltoogt
- zieltoogt
- zieltogen
- zieltogen
- zieltogen
o.v.t.
- zieltoogde
- zieltoogde
- zieltoogde
- zieltoogden
- zieltoogden
- zieltoogden
v.t.t.
- heb gezieltoogd
- hebt gezieltoogd
- heeft gezieltoogd
- hebben gezieltoogd
- hebben gezieltoogd
- hebben gezieltoogd
v.v.t.
- had gezieltoogd
- had gezieltoogd
- had gezieltoogd
- hadden gezieltoogd
- hadden gezieltoogd
- hadden gezieltoogd
o.t.t.t.
- zal zieltogen
- zult zieltogen
- zal zieltogen
- zullen zieltogen
- zullen zieltogen
- zullen zieltogen
o.v.t.t.
- zou zieltogen
- zou zieltogen
- zou zieltogen
- zouden zieltogen
- zouden zieltogen
- zouden zieltogen
diversen
- zieltoog!
- zieltoogt!
- gezieltoogd
- zieltogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für zieltogen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dö | creperen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
avlida | creperen; verrekken; zieltogen | bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verscheiden; versterven; wegvallen |
dö | creperen; verrekken; zieltogen | afsterven; bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; ontslapen; ophouden; overlijden; sneuvelen; sterven; uitsterven; vallen; verscheiden; versterven; wegvallen |
omkomma | creperen; verrekken; zieltogen | versterven |